Spring naar de content

Lieve leidinggevende. We zien dat je soms even niet weet hoe je met ons om moet gaan. En wat wij nu precies doen. Wij buurtprofessionals. We maken het je ook niet altijd even gemakkelijk. Maar dat heeft een reden. Daarom hierbij een tipje van de sluier van onze gebruiksaanwijzing. Wij staan met een biertje bij de buurt bbq om te horen wat er écht speelt. Wij drinken koffie met mensen zonder belang in een project. Gewoon om kennis te maken of bij te praten. Wij slepen met karpers in een kliko naar een tijdelijke vijver. Om het verhuizen van de laatste bewoners uit een te renoveren wijk te verzachten. Wij declareren zaken als slaapmaskers of potgrond. Niet iets dat logisch past onder ‘kantoorartikelen’ in ons declaratiesysteem. We begrijpen dat dit niet direct klinkt als ‘werk’ en meer als iets voor ‘erbij’. Maar voor ons is het de kern. Want wat hoort werkt niet altijd. En wat werkt hoort niet altijd.

We kennen onze organisatie soms al vele jaren vanuit vele functies. En zijn op de grens terecht gekomen van onze collega’s binnen en de betrokkenen in de buurt. In die tussenruimte kunnen we het verschil maken. Wij staan voor de wijk, de buurt, een opgave, een gebied. Niet voor onszelf, één discipline, één afdeling, één organisatie of één belang. Wij zijn de ogen en oren van meer dan onszelf. Wij horen wat verteld wordt, maar niet gezegd. Wij zien wat niet zichtbaar is. En wat bedoeld wordt, maar nog niet begrepen. Wij verbinden wat elkaar anders zou scheiden. En verbinden is een kwetsbare activiteit. Een relatie kunnen we alleen aangaan met wederzijdse instemming. Maar kan eenzijdig weer opgezegd worden. Dat vraagt een continue investering in elkaar. Samen werken is voor ons een werkwoord. En hoe meer we van elkaar verschillen, hoe harder we moeten werken om ons te verbinden. Wij geloven dat met nieuwsgierigheid en waardering voor alle culturen en kleuren de buurt mooier wordt.

We maken niet altijd iets concreets. We hebben niet altijd direct resultaat. Onze inspanningen zijn niet altijd te meten. Maar vertrouw ons. We doen wat nodig is. Met hart en ziel. Dat ‘betaalt’ zich terug. Ook al is het niet meteen. Wij weten dat daar waar weerstand zit, waar het ongemak begint, het mooiste te halen valt. Dat wat moeite kost is de moeite waard. Beoordeel ons niet op hoeveel geld we hebben besteed. Hoeveel huizen we van het gas hebben ontkoppeld. Hoeveel mensen een beroep hebben gedaan op zorg. Zoek het resultaat niet in aantallen. Of op papier. Maar beleef, ervaar en proef de verandering. In bewustzijn voor later. In onderling contact. In blije gezichten. Met minder zorgen en schulden en een veiliger gevoel. Vier mee als we iets bereikt hebben. Vecht mee als het nodig is. Voel mee als het even tegenzit. Help ons de ongebaande paden begaanbaar maken. De uitzondering op de regel te zijn. En durf jouw twijfels voor het ene of het andere met ons te delen. Dan zoeken wij mee naar creatieve oplossingen. Die recht doen aan beide kanten.

Kijk breder dan alleen jouw portefeuille of verantwoordelijkheid. Want wat wij doen doorsnijdt hokjes en budgetten. Help bestuurders zien waarom we ons soms even op het randje begeven. Daag collega’s uit ook de grens op te zoeken. Sta ons toe vrije blokken in onze agenda te maken voor spontane zaken. Geef ons een klein, maar ongelabeld budget. Gun ons een rechterhand die de plannen, lessen en uitkomsten vastlegt. Zie de humor in van onhandige, maar goed bedoelde situaties. En als we het even niet meer zien zitten. Als we het systeem niet zachter krijgen. Als onze energie even op is. Als we geraakt zijn door persoonlijke verhalen. Als het nergens anders kan. Mogen we dan bij jou? Help jij ons blijven geloven, blijven volhouden, blijven verbinden. Want jij kunt met jouw waardering ons een thuis bieden. Om van daaruit elke dag weer de grens op te zoeken. En ga je dan eens mee? Op een grenzeloos avontuur.

 

Gepubliceerd in: Can, E. en J. van der Ham (2021) Organisatievormen in het wijkgericht werken, Platform31, Den Haag.

Het aanpakken van deze bedrijventerreinen is niet eenvoudig omdat er veel verschillende partijen bij betrokken zijn, waaronder de politie, de omgevingsdienst en de belastingdienst. Die kijken allemaal verschillend naar de opgave en naar de oplossingen die kunnen werken. Een halen/brengen kaart kan helpen om de essentie van de samenwerking te bespreken.

Een lopend proces

Wij organiseerden eerst een reeks bijeenkomsten met de belangrijkste betrokken partijen. Hierbij stond de halen/brengen kaart centraal. Zo kregen we inzicht in het belang van elke partij bij het verbeteren van de bedrijventerreinen. En wat ze kunnen inbrengen bij het ‘oplossen’ van het vraagstuk. Belangrijk punt: dit is een lopend proces. Inzicht in de huidige samenwerkingsstructuur is nodig voor een effectieve toekomstige samenwerking. Om duidelijkheid te krijgen over de gezamenlijke opgave moesten we daarom inzicht krijgen in ieders ambitie, belangen en inbreng. Wat heeft iedereen te doen? Waarin hebben wij elkaar nodig? Vanwege de coronapandemie stonden we voor een extra uitdaging: we hebben de halen/brengen kaart digitaal ingezet met het online whiteboard Miro. Het bleek dat de inzet van de halen-brengen kaart zich ook goed leent voor digitale sessies. We hebben dit gedaan in drie stappen.

“De verbindende vraag was: Wat maakt een bedrijventerrein aantrekkelijk voor het goede en onaantrekkelijk voor het ondermijnende”

Stap 1. Formuleren van de gezamenlijke opgave

We hebben ervoor gekozen om meteen met externe partijen om de tafel te gaan, zodat de opgave nog niet te veel zou worden ingevuld door de gemeente. Met een kleine groep vertegenwoordigers van de gemeente, de politie en het Expertisecentrum Ondermijning hebben we eerst de opgave aangescherpt. Omdat de (gedeelde) opgave er voor iedereen net wat anders uit zag, was het belangrijk om hier eerst individueel betekenis aan te geven: hoe kijkt iedere partij afzonderlijk tegen de opgave aan? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de perspectieven van de partijen?

In deze verkennende fase was zichtbaar dat elke partij een ander gevoel van urgentie kende. De gemeente had primair het belang om het bedrijventerrein aantrekkelijker te maken, zodat de omgeving weer veilig en aangenaam zou worden. De politie nuanceerde het vraagstuk door hieraan toe te voegen dat de terreinen wel onaantrekkelijk moesten worden voor malafide (onbetrouwbare) bedrijven. Eén van de taken (belangen) van de politie is de aanpak van ondermijnende activiteiten. De opgave bleek veelzijdiger dan in eerste instantie was gedacht en geformuleerd. Dit maakte het vraagstuk complexer, maar tegelijkertijd ook inzichtelijker. De gezamenlijke ambitie: de veiligheid en leefbaarheid waarborgen van dat gedeelte van de gemeente. Om tot een eenduidig begrip te komen hebben we gezamenlijk gezocht naar wat de partijen precies bedoelden met woorden als een ‘aantrekkelijke’ en ‘onaantrekkelijke’ omgeving. Dat de opgave veranderde was een goed teken, want alle partijen voelden zich op deze manier steeds meer eigenaar van de gezamenlijke opgave en voelden zich gedreven om de situatie aan te pakken.

 Stap 2. De belangen en inbreng duidelijk maken

Hierna volgde een verdiepingsslag. We keken naar de belangen bij een effectieve aanpak van de opgave. De partijen konden afzonderlijk toelichten welke aspecten voor hen van belang zijn. Vervolgens brachten we in beeld wat elke partij zou kunnen bijdragen. Er kwam bijvoorbeeld uit dat de politie een interveniërende rol heeft bij het opsporen van strafbare feiten én bij het voorkomen van overlast op en om de bedrijventerreinen. Daarnaast werd duidelijk dat de gemeente een algehele coördinerende rol heeft en de effectiviteit van de aanpak kan monitoren: wat gaat goed en wat kan beter? Deze partijen hadden elkaar dus écht nodig om tot een integrale aanpak te komen. Geleidelijk werd de gezamenlijke opgave een effectief samenwerkingsverband. Tijdens het invullen van de halen/brengen kaart kwamen we er bovendien achter de we (de inbreng) van verschillende partijen misten, zoals het Openbaar Ministerie, als gebiedsofficier. Ook hadden we de blik nodig van de betrokken ondernemers op het bedrijventerrein. De halen/brengen kaart hielp dus bij het duiden van het vraagstuk én bij het in beeld brengen van de benodigde partijen en hun onderlinge afhankelijkheid.

“De halen/brengen kaart maakt de (on)gelijkwaardigheid van de partijen zichtbaar”

Stap 3. Vervolgstappen definiëren

We konden de opgave nu verdelen in kleinere, werkbare projecten. De betrokken partijen zagen in dat zij niet met zijn allen aan álles hoeven te werken. Iedereen had zijn eigen verantwoordelijkheid en kon in een kleiner team aan de slag. Ook gaf de kaart inzicht in de gelijkwaardigheid van de partijen. Zo vroegen we bijvoorbeeld of er organisaties zijn die veel meer inbrengen dan anderen of juist veel meer halen. Als dat zo is, bestaat het risico dat de samenwerking uit balans kan raken. In dit geval was er voldoende balans en gevoel van gelijkwaardigheid tussen de partijen.

Reflectie en tips voor de begeleider

Wat waardevol is aan een halen/brengen kaart, is dat de interventie zich eigenlijk vanzelf wijst. Er is niet veel uitleg voor nodig. Het is zinvol om je met elkaar te verdiepen in wat de waarde van de opgave voor de verschillende partijen is. Wat opvalt is dat dit per partij sterk kan verschillen. Juist vanwege de verschillende visies en belangen is het relevant om tijdens de inzet van de halen/brengen kaart flexibel te blijven. Vaak verandert er gaandeweg nog van alles: de formulering, de belangen, de inbrengen en de ambitie van de opgave. Dat vereist flexibiliteit van jou als procesleider en van alle betrokken partijen. Een advies: blijf niet te lang hangen bij de eerste formulering van de opgave. Die formulering hoeft nog niet perfect te zijn. Door de inbreng van de verschillende partijen wordt de opgave vanzelf beter gedefinieerd. Daarna kun je de opgave en bijbehorende ambitie aanpassen totdat hij 'klopt’ en alles op zijn plek valt.

Omdat de betrokken partijen gelijkwaardig aan elkaar zijn en zij zich samen inzetten voor een gedeeld probleem, is de halen/brengen kaart vooral goed in te zetten binnen een gelijkwaardige samenwerking (ook wel genoemd een collectieve coalitie). Zorg dat de groep niet te groot is. Heb je een groep van twintig personen of meer, splits de groep dan op. Met drie tot vijf personen kun je de halen/brengen kaart zo invullen dat je in gesprek bent met elkaar en beter tot een gezamenlijke definitie kunt komen. Je kunt de vervolgstappen dan verder uitwerken in wisselende groepen.

© 2025 - BINT de verbindingsdienst
K.v.K. nr. 62378708