Spring naar de content

Om hiertoe te komen is de gemeente in gesprek gegaan met partners uit de stad - uiteenlopend van bewonersorganisaties tot ontwikkelaars en van belangenvertegenwoordigers tot jongerenorganisaties. De vraag die hierbij centraal stond was: “Hoe gaan we met elkaar om?”. In de vorm van het onderzoek wilde de gemeente al laten zien hoe zij deze vraag zelf zou beantwoorden: ‘in dialoog’. Door middel van een twintigtal zogenaamde dialooggesprekken is de gemeente het gesprek met de stad aangegaan.

Een dialooggesprek is een kleinschalige gespreksvorm, die als doel heeft om verschillende perspectieven op een thema uit te wisselen. Niet per se met als doel het eens te worden, maar wel om wederzijds begrip te vergroten. Mensen met verschillende achtergrond gingen zo met elkaar in gesprek, waarbij de gemeente zelf ook steeds gesprekspartner was. In kleine groepen dus om het gesprek gefocust te kunnen voeren en onder leiding van een moderator. Deze moderator had als rol om een sfeer van vertrouwen en openheid te creëren en de deelnemers uit te dagen hun gesprekspartners vanuit nieuwsgierigheid tegemoet te treden. Tegelijkertijd was het bedoeling om de gesprekken te voeren vanuit ervaringen in plaats van beelden, om de gesprekken daarmee concreet te maken.

De organisatie van de gesprekken was op voorhand best een beetje spannend, want bewoners en organisaties kunnen kritisch zijn. De gesprekken verliepen echter zonder uitzondering constructief, ondanks de ook aanwezige kritische noten. De deelnemers voelden ruimte om hun verhaal te kunnen delen en waardering door de vragen die werden gesteld. Daarmee creëerde de vorm van de dialoog ook ruimte om te luisteren naar de ander.

Hoewel de gesprekken niet tot doel hadden om te komen tot concrete oplossingen of overeenstemming, leidden ze wel tot vijf dilemma’s die vaak aan de orde zijn in de samenwerking tussen gemeente, bewoners, ondernemers en organisaties. Dilemma’s die aandacht vragen tijdens de samenwerking aan projecten, maar niet zonder meer zijn op te lossen. Denk aan de vraag of succesvolle participatie een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is of primair de verantwoordelijkheid is van de initiatiefnemer? Of het dilemma of je er nou goed aan doet om zo vroeg mogelijk met de buurt in gesprek te gaan of pas als de opgave (het project) concreet is uitgewerkt?

Bouwen aan een groeiende stad, doet Eindhoven in dialoog mét die stad.

Mocht je geïnteresseerd zijn in het advies, klik dan hier voor het document dat met de gemeenteraad is gedeeld.

‘Als je zen door het leven wilt gaan, dan hoef je maar één ding te doen: verhuizen naar Moerdijk.’ Met deze woorden opende oud-inwoonster van het dorp Moerdijk Rijan van Leest haar ‘ode aan Moerdijk’ in het radioprogramma Ter Plekke van Dijkstra en Evenblij (13 oktober 2024). Hoe fijn de rust, ruimte en saamhorigheid in dit dorp zijn, weten de ruim 1.100 inwoners allang. Maar helaas zijn steeds minder inwoners van Moerdijk daadwerkelijk zen. Een stapeling van ruimtelijke en economische ontwikkelingen komt opnieuw op het dorp af, en dat is niet voor het eerst.

In 1970 kwam de leefbaarheid in het dorp onder druk met de komst van Shell als industriële buur. De krantenkoppen van toen waren resoluut: ‘Moerdijk adieu!’ Het cyclisch karakter van deze dreiging is daarna eigenlijk nooit echt gestopt.

Moerdijk adieu februari 1970

Tot op de dag van vandaag blijven er maar ontwikkelingen op het dorp af komen. Uitbreiding én verduurzaming van de haven en industrie, een enorm logistiek park vlakbij, gevaarlijke stoffen over het spoor, nieuwe energie-infrastructuur, er komt een flinke truckparking, er zijn drie plekken aangewezen voor huisvesting van arbeidsmigranten, en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Er is mogelijk tot 1.000 hectare aan ruimte nodig voor al deze ontwikkelingen. Hoe blijft een dorp ingeklemd tussen al dit ontwikkelgeweld überhaupt nog leefbaar?

Moerdijk Adieu

Samen maken is empathisch werken

Samen met de inwoners gingen wij met deze vraag aan de slag. Het doel was om toe te werken naar een dorpsvisie op leefbaarheid. Betekenisgeving stond centraal en hoe de visie eruit moest zien wisten we vooraf niet. Het leverde een zeer waardevol en bijzonder proces op, met en voor het dorp. Letterlijk, omdat de inwoners – verenigd in de kerngroep leefbaarheid – fungeerden als opdrachtgever. En figuurlijk, omdat we het dorp op diverse manieren bijeen brachten.

Zo organiseerden we een dorpsbarbeque voor 120 mensen, waar oude en nieuwe inwoners elkaar laagdrempelig troffen en met elkaar en ons spraken over leefbaarheid. Door lokaal te cateren, investeerden we direct in het lokaal ondernemerschap – en daarmee de leefbaarheid. We maakten gebruik van de plekken en momenten waarop de bewoners elkaar al zien om ze simpele kansen te bieden om mee te doen. Zo bezochten we bijvoorbeeld de basisschool, de bingo en de burendag in het dorp. We richtten een WhatsApp-kanaal in, waar mensen ook ’s avonds of in het weekend konden reageren als dat beter uit kwam. En we verspreidden brieven in het Engels en vragenlijsten in het Pools, om de drempel te verlagen voor anderstalige dorpsbewoners. Het leverde 500 deelnemers op aan het proces; bijna de helft van het dorp. Voor elke inwoner die mee heeft gedaan, gaven wij na afloop een euro terug aan het dorp om vrij te besteden aan de leefbaarheid. Hiermee hoopten we niet alleen een concrete leefbaarheidsimpuls te bieden, maar ook een voorbeeld te zijn voor andere partijen die in de toekomst ‘iets willen’ van het dorp.

Tijdens de dorpsbarbeque spraken oude en nieuwe inwoners elkaar laagdrempelig over leefbaarheid
Tijdens de dorpsbarbeque spraken oude en nieuwe inwoners elkaar laagdrempelig over leefbaarheid

Van hartenkreten naar een visie

Op weg naar de visie ontdekten we als patroon vier terugkerende hartenkreten vanuit de inwoners, waarachter vijf diepgewortelde, menselijke kernwaarden schuil gaan. Eén van de belangrijkste kernwaarden in de visie is erkenning. Het was mooi om te zien dat in de loop van het proces de hartenkreet ‘mogen wij er zijn?’ veranderde in het vastberaden statement: ‘wij mogen er zijn!’ De behoefte aan duidelijkheid in elk denkbaar toekomstscenario is een andere essentiële kernwaarde die werd gedefinieerd. De vijf kernwaarden die we vonden, vormen de basis van de uiteindelijke visie. We identificeerden vervolgens drie niveaus waarop deze waarden onder druk staan, en maakten een voorwaardenset voor elk van deze niveaus. Hiermee maakten we niet alleen scherp wat inwoners van het dorp nodig hebben om gelukkig te kunnen zijn op de plek waar ze leven, maar ook waarom dit zo is. De visie die is opgesteld is hier te vinden en een filmpje vanuit de verschillende deelnemers hier.

Gesterkt in de strijd met de gedragen dorpsvisie

De strijd van de inwoners van het dorp Moerdijk is hiermee nog niet gestreden. Wel is er een zeer constructief en co-creatief proces doorlopen, met een realistische en gedragen visie en tevreden dorpsbewoners als resultaat. En dat in de complexe en gevoelige context die in de loop van de tijd rond dit vraagstuk op deze plek is ontstaan. Een visie waar ook de betrokken overheden en industriële partners zich nu toe zullen moeten verhouden. Wij hopen dat de manier waarop Moerdijkers zich eigenaar voelen van hun eigen omgeving en hun toekomst een voorbeeld mag zijn voor andere plekken in Nederland.

De drie lessen

© 2025 - BINT de verbindingsdienst
K.v.K. nr. 62378708